Ondernemen

‘Je moet gewoon scherp in de wedstrijd zitten'

Vanaf 1 januari 2025 bundelen zeven partijen hun aanbod van bloeiende kamerplanten in het nieuwe kwekerscollectief Riza. Een van die bedrijven is Van der Voort Potplanten uit Honselersdijk. Volgens ondernemer Olaf van der Voort is die stap noodzakelijk om relevant te blijven. “We moeten meebewegen met de (arbeids)markt en gaan onze verkoop en marketing daarom gezamenlijk organiseren. Feitelijk gaan wij in de sierteelt doen waar de groenteteelt al vijftien jaar mee bezig is.”

Tekst: Jacco Strating, Fotografie: Lianne Torn-Boschman / Salted by Salt


Een logische stap, zo ziet Olaf van der Voort de samenwerking tussen Bromelia Specialist, Karma Plants, Concorde Plants, The Orchid Growers (Ter Laak Orchids en Orchios), Maarel Orchids en zijn eigen Van der Voort Potplanten. Als specialist in de veredeling, vermeerdering en teelt van spathiphyllum, azalea en anthuriums is Van der Voort Potplanten een waardige speler binnen de sierteelt. Maar tegelijkertijd niet groot genoeg om op eigen kracht aan de top te blijven in de snel veranderende marktomstandigheden, meent Olaf. “In je eentje wordt het gewoon steeds lastiger om je stempel te drukken en bij de juiste partijen aan tafel te blijven komen. Doordat we met elkaar straks vier jaarrond bloeiende producten kunnen verkopen, kunnen we onze relevantie vergroten. Als bedrijven binnen de nieuwe sierteeltcoöperatie beconcurreren we elkaar niet. We kunnen dus als gelijkwaardige partners deze stap zetten en daarmee enerzijds de verkoop van onze producten professioneler oppakken en anderzijds kennis delen op het gebied van teelt en verduurzaming.” Daarnaast verwacht Olaf dat de bedrijven gezamenlijk ook veel meer informatie uit de markt kunnen halen om samen met de exporteur de eindklant nog beter te adviseren.

Nauw samenwerken

De aangekondigde verkoopbundeling is een belangrijke stap in het bestaan van Van der Voort Potplanten. Hoewel het niet de aanleiding vormde voor dit coverinterview met Olaf, komt de actualiteit natuurlijk wel uitgebreid aan bod. Want, zo geeft hij aan, de nieuwe samenwerking is ook op persoonlijk vlak wenselijk. “De tijd dat je met gemak een verkoper voor de langere termijn kon vinden, is wel voorbij”, meent hij. Terwijl die stabiliteit volgens Olaf enorm belangrijk is richting de toekomst. “Soms kun je in je werkzame leven iemand tegenkomen die met je meegroeit op commercieel gebied in het bedrijf. Iemand waarmee je verantwoordelijkheden kunt delen, kunt sparren en waarmee je de commerciële toekomst van het bedrijf meer kunt zekerstellen. In mijn geval zorgt de samenwerking binnen Riza ervoor dat ik nauw kan samenwerken met collega-telers, wat mij zeker rust zal geven.” Hij wil daarmee niet zeggen dat hij nu alles alleen doet in het bedrijf dat de laatste jaren zo hard groeide. “Veel bedrijven hebben meerdere familieleden in het bedrijf, waardoor de taken kunnen worden verdeeld. In mijn geval ben ik zelf volledig eigenaar, maar heb ik een mooi team om mij heen weten te bouwen dat helpt de continuïteit van het bedrijf te garanderen. Mede door dit team heb ik het vertrouwen gehad om alle stappen te nemen die in de afgelopen jaren zijn gezet.”

‘WE GAAN IN DE SIERTEELT NU DOEN WAAR ZE IN DE GROENTEN AL 15 JAAR MEE BEZIG ZIJN’

Persoonlijk drama

Toch was het bedrijf in het verleden anders georganiseerd. Tot 2010 zat ook zijn broer Arthur in de zaak. Het ging rond die tijd minder goed met het bedrijf, waardoor de kwekerij bij de bank in bijzonder beheer kwam. “Dat was in die periode natuurlijk niet leuk, maar achteraf heb ik daar als ondernemer wel heel veel van geleerd”, zegt Olaf. “Ik weet heel goed hoe het is om een dubbeltje niet één keer maar drie keer om te draaien. Bij alles moesten we nadenken waar we ons geld aan uitgaven.” In 2008 was, toen nog in de hoogtijdagen, de locatie aan de Zwetlaan 26 in Honselersdijk voor de hoofdprijs gekocht. Kort daarop zakte de hele markt in. “Wij hebben het uiteindelijk gered omdat wij vooral te maken hadden met interne uitdagingen. Als alles optimaal is op je bedrijf en je krijgt te maken met een marktprobleem, dan heb je écht een probleem. Wij konden onszelf verbeteren door de organisatie efficiënter in te richten, beter te plannen en de teeltproblemen te verminderen. Daardoor zijn we er ook weer uitgekropen.”

Een van de gevolgen was dat broer Arthur het bedrijf verliet. Olaf bleef alleen met zijn vader over. “Er kwam veel op mij af, maar gelukkig was mijn vader ook nog aanwezig om te helpen.” Hoewel Olaf de deur op een kier hield voor een terugkeer van zijn broer, werd die deur door de omstandigheden keihard in het slot gegooid. “Als hij zijn draai weer zou vinden en alles zou weer goed gaan op het bedrijf, had Arthur op een gegeven moment ook weer kunnen terugkomen. Totdat hij opeens ernstig ziek werd en kort daarop overleed.” Arthur was toen 40, Olaf 39. Los van het persoonlijke drama van het verliezen van een broer, realiseerde Olaf zich dat hij niet alleen verder wilde in het bedrijf. Maar het vinden van een partner bleek lastiger dan gehoopt. “Er zijn wel mensen geweest waarmee ik het heb geprobeerd, maar het mocht niet zo zijn. De één matchte niet met onze manier van werken terwijl de ander te snel wilde gaan.”

Belangrijk vliegwiel

Ondertussen groeide Olaf zelf als ondernemer. “Naarmate de tijd vordert word je sterker, ouder en wijzer. Je leert voortdurend bij en gaat steeds meer zelf oppakken.” Dat beviel hem prima. En omdat ook het team sterker werd, ging de zoektocht naar een partner in het bedrijf meer naar de achtergrond. Van der Voort Potplanten groeide flink in de jaren die volgden. Met de nieuwe locatie aan de Zwetlaan 30 als belangrijk vliegwiel, geeft Olaf aan. “We kwamen natuurlijk uit een tijd waarin financieel weinig kon en deze tuin konden we in 2014 vanuit een faillissement in huurkoop overnemen. Zo kregen we er onder gunstige voorwaarden opeens 2,5 hectare bij en gingen we naar zo’n 8 hectare in totaal. Een flinke uitbreiding. En omdat we eigen plantmateriaal hadden, hoefden we daar ook niet nog apart in te investeren.”

Een jaar later werd ook gestart met de teelt van Azalea en in 2016 kwam Olaf voor het eerst in aanraking met het veredelen en vermeerderen van anthurium. “Mijn vader was ooit gestart met de veredeling van spathiphyllum, wat altijd de basis van het bedrijf heeft gevormd. Zonder de goede rassen die dat heeft opgeleverd en die we door de jaren heen hebben kunnen door ontwikkelen, zou het bedrijf nooit hebben gestaan waar het nu staat. Met anthurium wilde ik dezelfde stappen zetten op gebied van young plants.” Toen hij vervolgens eind 2017 in gesprek raakte met Ronald van Geest en Kees-Jan Schoone van veredelaar Floricultura, werd besloten om de veredelingsprogramma’s van beide bedrijven samen te voegen tot één krachtig geheel. “Tot op de dag van vandaag werken we heel nauw en prettig samen met Floricultura”, aldus Olaf.

Op de trein of niet

Daar bleef het niet bij. In 2019 werd bij kwekerij Westkaab aan de Harteveldlaan in Honselersdijk extra ruimte gehuurd voor R&D in anthurium en spathiphyllum. In 2021 werd Zwetlaan 38 gekocht, waar de Young Plants-tak werd gevestigd. In 2023 werd kwekerij Concorde overgenomen en begin 2024 kocht Olaf samen met Floricultura de boedel van het failliete Rijnplant. “Soms vraag ik mij wel eens af waarom ik dit allemaal heb gedaan”, zegt hij met een lach. “Groei is nooit een doel op zich geweest, maar in je ondernemende leven krijg je kansen die maar eenmalig voorbijkomen. Het bedrijf van de buurman wordt niet tien keer te koop aangeboden. Je stapt dan op de trein of niet. Daar zit niets tussen. Ik heb deze keuzes gemaakt met oog op de toekomst. Het heeft ons als bedrijf uiteindelijk meer armslag gegeven, want als grotere partij ben je vaak interessanter voor afnemers, partners en nieuwe medewerkers.”

Maar de groei van het bedrijf heeft ook zijn keerzijde, want door de vele locaties is het voor Olaf als enige eigenaar onmogelijk om overal evenveel aanwezig te zijn. “Ik moet mijn tijd en aandacht voortdurend verdelen binnen de organisatie, terwijl ik ook mijn kinderen twee keer in de week naar school wil brengen en boterhammen voor hen wil smeren. Bovendien ben ik iemand die altijd zoekt naar nieuwe uitdagingen. Als iets routine wordt, word ik onrustig.” Van origine is Olaf een commerciële man, maar hij vindt heel veel dingen leuk. “Ik ben niet van de diepgaande teeltgesprekken, maar algemeen teelt vind ik ontzettend leuk. En alles wat riekt naar automatisering, ICT en sensoren… ik vind het prachtig! Maar om dat allemaal te combineren en in goede banen te leiden, moet je gewoon scherp in de wedstrijd zitten. Sowieso krab ik mij wel eens achter de oren als je kijkt naar de marges in de sierteelt ten opzichte van de risico’s die je als ondernemer loopt. Maar tegelijkertijd er is geen sector te vinden die zo dynamisch is als de tuinbouw. Tuinbouwondernemers zijn ondernemend en assertief, echte werkers. En die dynamiek is heel aanstekelijk. Bovendien werken we met een levend product. Dat maakt het ook weer heel mooi en de moeite waard om in deze tak van sport bezig te zijn.”

Professioneler organiseren

De verkoopbundeling vanaf 2025 geeft Olaf óók energie. Hij kijkt uit naar de samenwerking, die naar zijn mening simpelweg noodzakelijk is. “Als je naar de groentesector kijkt, dan zie je wat er allemaal nog gaat gebeuren in de sierteelt. Feitelijk gaan wij in de sierteelt nu doen waar de groenteteelt al vijftien jaar mee bezig is. De meeste sierteeltbedrijven zijn te klein om op langere termijn succesvol te blijven. Het moet professioneler worden georganiseerd om uitdagingen het hoofd te bieden. De groentesector heeft wat mij betreft laten zien dat het ook heel goed anders kan qua samenwerking en professionaliteit.”

Daarnaast mag de tuinbouw wat Olaf betreft veel meer van zichzelf laten horen. “We verkopen geluk en gezondheid maar doen daar veel te weinig mee. Ik zou het toejuichen als sierteelt en groenteteelt samen generieke reclame gaan maken voor tuinbouwproducten. We moeten ons verhaal veel beter vertellen en ook blijven vertellen.” Olaf ziet daarin een rol weggelegd voor Bloemenbureau Holland, maar juist door de krachten te bundelen met de groenteteelt, kun je volgens hem veel meer bereiken. “We moeten top of mind blijven bij de consument, net als een McDonald’s of een Coca Cola. En niet alleen in Nederland, maar in heel Europa. Daarbij gaat het niet alleen om gezondheid en geluk, maar ook om de tuinbouw in het juiste perspectief te presenteren. Er wordt nu niets gedaan, terwijl de consument wel een mening over de tuinbouw heeft.”

Mee ophouden

Olaf heeft groot respect voor iemand als Rob Baan die zich altijd maar weer blijft inzetten voor de sector. “Een betere ambassadeur kun je je als tuinbouw niet wensen. En dan zijn er mensen die roepen: ‘heb je hem weer’. Daar moeten we echt mee ophouden. Rob Baan weet als geen ander gezondheid én geluk met elkaar te verbinden en uit te dragen. Zulke mensen heb je gewoon nodig om de sector als geheel vooruit te helpen. Want als we ons verhaal niet vertellen, gaan mensen hun eigen mening vormen op basis van totaal verkeerde informatie. Is dat dan wat we willen?”

Stabiele thuisbasis

Al leerde hij, door het overlijden van zijn broer en een moeder die jarenlang ziek was, ook hoe belangrijk gezondheid is. “Alles begint bij gezondheid én bij een stabiele fijne thuisbasis. De omstandigheden bepalen hoe je je leven inricht. Ik ben zelf wat later vader geworden en mijn kinderen hebben mij echt wel een ander mens gemaakt. Na mijn veertigste ben ik bewuster gaan leven en je privéleven geeft je ook weer een andere drive. Mijn meissie komt bovendien uit Den Haag en had nul met de tuinbouw. Dat zorgt dat je dingen beter kunt relativeren en af en toe ook wat afstand kunt nemen.” Tijdens het gesprek wijst Olaf uit het raam. Aan de overkant van de weg staat nog steeds het bedrijf waar zijn vader ooit begon. “Ik ben dus eigenlijk altijd op dezelfde plek gebleven”, lacht hij. Olaf had een leuke jeugd. Hij komt uit een gezin van drie kinderen (oudere broer en jongere zus) en groeide op met veel kinderen van telers uit de omgeving. “Onze moeders brachten de kinderen om de beurt naar school”, vertelt hij. Zijn vader liet hem zien wat ondernemen inhield en via de lage middelbare én de hoge tuinbouwschool belandde hij, na een periode op de veiling en een uitstapje in de ICT, uiteindelijk zelf ook in de kas. “Als het erin zit, komt het er altijd uit”, meent Olaf.

Mindset belangrijk

“Ik kan echt blij worden van kleine geluksmomentjes. Mijn moeder was heel lang ziek, waardoor we niet ver weg op vakantie konden. Daarom gingen we in Nederland op vakantie en dat was net zo leuk. Mindset is daarom heel belangrijk. Kijk niet naar de onmogelijkheden maar vooral naar wat wél kan. Zo probeer ik ook in het leven te staan. En zoals een vriend van mij altijd zegt: je hoeft geen geluk te hebben als je bijna nooit pech hebt. Zo is het ook.”

Deel dit artikel
Terug naar artikelen