
Groene strategie in strijd tegen trips in lelieteelt
Teler Tim van der Marel kampte in 2023 met een groot tripsprobleem in de lelies in zijn kas in Amstelveen. Hij koos voor een strategie van roofmijten in combinatie met azadirachtine en het groene middel Velifer. De teler is zeer tevreden over het resultaat. “Dit is de enige manier om trips onder controle te krijgen. Met chemie los je het probleem niet meer op.”
Tekst: Annemarie Gerbrandy
Fotografie: Simon Metselaar
Tim van der Marel heeft samen met zijn vader Remko en broer Puk een leliekwekerij van 7 hectare glas in Amstelveen. De locatie van Tim is 3,2 hectare groot, er worden op jaarbasis 7 miljoen lelies geteeld, van soorten als Pacific Ocean, Sarah Bernard, Shine on en Chardonnay. Trips was voorheen eigenlijk nooit een probleem in de kas, maar in 2023 liep het helemaal uit de hand, vertelt de lelieteler. Op advies van productspecialist gewasbescherming Sandra van den Bosch van Royal Brinkman, die al zeven jaar bij Van der Marel over de vloer komt, koos de teler voor een strategie van roofmijten in combinatie met azadirachtine en Velifer. “Je zág de trips uit het gewas verdwijnen.”
De Noord-Hollander streeft naar een teelt zonder chemische middelen. Het gebruik ervan is maatschappelijk gezien niet vol te houden, plagen raken resistent en middelen worden steeds schaarser, zegt hij. Hij zet montdorensis in als basis tegen trips; de roofmijt ruimt in het gewas een bepaald aantal tripslarven per vierkante meter op. Maar als het biologisch evenwicht wordt verstoord, kan de plaag uit de hand lopen, stelt de teler. “Door biologische insecticiden in te zetten, breng je de plaag terug op het niveau dat de montdorensis het weer aan kan. Dit is de enige manier om trips onder controle te krijgen.”

Setotustrips boosdoener
De boosdoener in lelies is de Setotustrips, een uitheemse Japanse bloementrips, die het blad als het ware perforeert. De trips zit op plekken in lelies waar de teler met de spuit lastig bij kan, vertelt Sandra van den Bosch. “Als je een probleem met trips hebt, kan dat voor 60 procent met roofmijt worden opgelost. Door de biologie met middelen als Velifer en azadirachtine aan te vullen, kun je tot een bestrijding van 100 procent komen. Ik ben een fan van Velifer, je ziet in de praktijk dat het een goede oplossing voor problemen met trips biedt. We zagen bij Van der Marel zelfs de dode adulten op het gewas liggen.”
Tim van der Marel vond het spannend of de combinatie van roofmijt en biologische insecticiden voldoende zou werken. Het duurt vier tot zeven dagen voordat je resultaat ziet, zegt Van den Bosch, afhankelijk van temperatuur, luchtvochtigheid en spuittechniek. “In het eerste jaar zagen we tegen de zomer de montdorensis door het warme weer wegvallen. Van der Marel wilde al met swirskii aan de slag gaan, maar dat hoefde niet meer, de plaag was onder controle door de biologische insecticiden.” Trips kent meerdere stadia; door het gebruik van Velifer kan het insect zich niet doorontwikkelen van fase 1 naar fase 2, aldus de specialist. “Des te eerder je na de eileg met het middel in een cyclus zit, des te beter de trips is aan te pakken. We zien liever larven in het gewas dan volwassenen, want die zijn makkelijker te bestrijden.”

Parasitaire schimmel
Het groene product Velifer van BASF werkt tegen trips, spint en witte vlieg. Het is een biologische insecticide op basis van de werkzame stof Beauveria bassiana strain PPRI 5339. De sporen van deze parasitaire schimmel kiemen nadat ze in contact komen met het plaaginsect, aldus Wessel van Vliet, crop manager greenhouse bij BASF. “De schimmel dringt vervolgens het insect binnen, op de dunne delen van de plaag, en ontwikkelt zich verder in het beestje. Bij een infectie stopt het insect al na een paar uur met eten, maar het kan 48 tot 72 uur duren voordat het ook echt doodgaat.” Het middel mag 73 keer per jaar worden toegepast, met een interval van vijf dagen. Het kan dus jaarrond worden ingezet, aldus Van Vliet.
Het product heeft een houdbaarheid van twee jaar, dat geeft kwekers en handelaren enige flexibiliteit, zegt hij. “We hebben aan het middel een olie toegevoegd die zacht is voor het gewas, er hoeft niet voor gewasschade worden gevreesd. De zachte uitvloeiing zorgt ervoor dat Velifer zich mooi over het blad heen verspreidt.” Van Vliet ziet dat het groene middel aan populariteit wint in de glastuinbouw. BASF verwacht dit jaar opnieuw groei in de afzet, zegt hij. “Je moet vertrouwen opbouwen, mensen moeten een gevoel bij zo’n product krijgen. Er is tijd voor nodig om telers enthousiast te krijgen. Met groene middelen moet het hele plaatje kloppen, zoals de combinatie met biologie en spuittechnieken. Zo kom je tot de juiste oplossingen.”
Spuitboom aanschaffen
Teler Tim van der Marel spuit één keer per week met Velifer en azadirachtine in lelies. Afgelopen winter is hij een tijdje met spuiten gestopt, omdat de tripsdruk zo laag was, dat de montdorensis de bestrijding prima zelf aan kon. Onlangs is hij weer gestart met behandelen. “Ik ben ervan overtuigd dat je trips in het voorjaar goed moet tackelen: je moet de populatie naar nul brengen voordat het warm wordt. Als het 30 graden Celsius is, komt de populatie montdorensis onder druk te staan. Dan kan de biologie het niet meer oplossen.”
Hoewel de strategie van roofmijten in combinatie met biologische insecticiden goed werkt, blijft het een feit dat Van der Marel moet blijven spuiten, ook al heeft hij daar een hekel aan. Hij durft geen bespuiting over te slaan, omdat hij bang is dat de strategie dan niet afdoende werkt en hij alsnog chemisch moet ingrijpen. “Trips was voorheen geen probleem in onze kas, we zijn niet gewend te moeten spuiten. Ik ben nu aan het kijken of we een spuitboom kunnen aanschaffen. In lelies is dat lastig, omdat we gewasdraden in de teelt gebruiken. Het voordeel is echter dat je met een spuitboom netter kunt werken. We gaan ons oriënteren op een ander spuitsysteem.”