‘We fragmenteren onszelf af en toe een beetje kapot'
Op 1 februari startte Angelique de Wit als de nieuwe directeur van Greenport West- Holland, het samenwerkingsverband van ondernemers, overheden, onderwijs- en kennisinstellingen. Haar voorganger Jolanda Heistek zette de afgelopen jaren een stevig fundament neer waarop Angelique wil voortbouwen. Daar hoort volgens haar ook zelfreflectie bij. “Willen we als Greenport West-Holland de volgende stap zetten, dan moeten we ook naar onszelf blijven kijken. Het kan ook een remmende werking hebben als te veel mensen zich met dezelfde dingen bezighouden.”
Luister terug: KAS Live! met Angelique de Wit
Westland, Oostland, Voorne aan Zee, Dutch Fresh Port (Ridderkerk/Barendrecht), Waddinxveen, Zuidplas, Midden-Delfland en eigenlijk alle steden daartussen. Dat zijn de regio’s die onder Greenport West-Holland vallen. In 2014 ontstond de triple helix-organisatie, waarin ondernemers, overheden, onderwijs- en kennisinstellingen nauw samenwerken aan een duurzame en vitale toekomst voor het regionale tuinbouwcluster. Daarbij wordt actief gezocht naar verbindingen met stakeholders, zowel binnen als buiten de regio en zowel binnen als buiten de tuinbouw. Immers, samen kom je verder, is de gedachte. Dat bleek ook de afgelopen jaren in de praktijk tijdens uiteenlopende projecten. Met inmiddels 50 partners is Greenport West-Holland uitgegroeid tot een belangrijke schakel in het aanjagen van samenwerking binnen de sector.
Dat zag ook Angelique de Wit van dichtbij. Vanuit diverse functies binnen de tuinbouw had zij de afgelopen jaren met Greenport West-Holland te maken en ervoer zij zelf de waarde van het samenwerkingsverband. Toen de functie van directeur eind vorig jaar vacant kwam besloot zij, mede op advies van mensen uit haar omgeving, te solliciteren. “Ik ben mij op dat moment nadrukkelijk gaan verdiepen in wat Greenport West-Holland allemaal doet. Ik dacht de organisatie vrij goed te kennen en waar het de thematiek betreft klopte dat ook wel, maar ik heb mij echt verbaasd over de omvang van de organisatie. Niet zozeer qua mensen, maar wel qua diversiteit aan projecten en de hoeveelheid stakeholders die betrokken zijn. Er is de afgelopen jaren echt een enorme prestatie verricht door iedereen die zich daarmee heeft beziggehouden. Toen ik op de website van Greenport West-Holland keek ging het mij volledig duizelen door de veelheid aan initiatieven. Er gebeurt zóveel! Er zijn natuurlijk grote projecten, zoals het Energie- Akkoord, het Innovatiepact en de Human Capital Agenda, maar ook de Greenport Horti Campus en de Circulaire Metropool. En onder al die projecten hangen weer andere initiatieven. Inmiddels begin ik de logica en de verbanden tussen al die projecten te zien, maar dat heeft best even tijd gekost.”
Elke euro 15 keer terug
Anqelique was direct onder de indruk van Greenport West-Holland en dat gevoel was wederzijds. Zodoende volgde zij in februari Jolanda Heistek op als directeur.
Vol ambitie, zo geeft zij aan. “Ik zie dat ondernemers heel graag willen ondernemen. Dan is het prettig als een organisatie als Greenport West-Holland zaken aanjaagt en agendeert. Wij pikken signalen op en gaan kijken of we daar vanuit de triple helix iets mee kunnen. En dat wordt gewaardeerd vanuit de sector.” Onlangs nog kreeg Angelique een compliment van een tuinbouwondernemer. “Hij zei dat elke euro die hij in ons stopt er tien of vijftien keer weer uitkomt. Dat is waar wij het uiteindelijk voor doen.”
Het blijven betrekken van ondernemers binnen de projecten van Greenport West-Holland is volgens Angelique ook de voornaamste uitdaging voor de komende jaren. “We moeten ons voortdurend blijven afvragen of wat we doen ook is waar men behoefte aan heeft. En of we echt doen waar we als cluster goed in zijn. Is het nu echt een kracht om te roepen dat we de tweede voedselexporteur van de wereld zijn? Het gaat er volgens mij vooral om wat je daarmee doet en wat het de ondernemers oplevert. Wat heeft een ondernemer op dit moment nodig om goed te renderen en wat heeft diezelfde ondernemer over tien of twintig jaar nodig? Door in verbinding te blijven met elkaar kun je bijsturen waar nodig. Dát is een transitie.”
Mouwen opstropen
Angelique komt van oorsprong niet uit de tuinbouw, maar was wel dochter van een ondernemer. “Ik ben geboren in Rotterdam en opgegroeid in Maassluis. Mijn ouders waren slager, waardoor ondernemerschap echt iets is wat ik van huis uit heb meegekregen. Mouwen opstropen en niet bij de pakken neerzitten, zoals je dat ook in de tuinbouw ziet. Maar mijn ouders hebben mij ook geleerd om respect te hebben voor je omgeving, je medemens en de natuur. En er zijn ook dingen die ik juist heel anders wilde doen dan mijn ouders. Mijn vader werkte zeven dagen in de week. Ook op zondagochtend was hij worst aan het roken en om zes uur ’s ochtends ging hij al naar de zaak. Als je dan terugkijkt op je leven, hoeveel heb je dan geïnvesteerd in vriendschap, familie en vrije tijd? Die dingen geef ik echt wel nadrukkelijker aandacht in mijn eigen leven. Ik heb een dochter van 19, twee zoons van 17 en 14 en een geweldige partner die heel belangrijk voor mij zijn en ik hecht veel waarde aan goede vriendschappen. Want juist door de mensen om je heen kun je elke dag doen wat je doet. Het maakt je een completer mens en echte vrienden leren je ook om te spiegelen.” Zelf ging Angelique International Management studeren en woonde ze een half jaar in Amerika. “Ik vond het fantastisch om aan het buitenland te ruiken. Reizen maakt ook dat je anders naar de wereld gaat kijken en maakt je opener naar buiten toe.” Ze zag zichzelf dan ook helemaal voor zich in een grote meeslepende baan bij een internationaal bedrijf als Shell, Heineken of Unilever. “Maar toen ik terugkwam moest ik mijn studie nog afronden. Ik kreeg toen de tip om te solliciteren bij Rabobank. Een baan bij Rabobank zag ik niet direct voor me, maar het leek mij wel goed qua sollicitatie-ervaring. Uiteindelijk heb ik daar toch 12,5 jaar gewerkt, met heel veel plezier.”
Vooral de coöperatieve grondslag van de bank sprak haar aan. “Het is een mooie organisatie die niet alleen wil bankieren, maar ook impact wil maken en in contact wil staan met de maatschappij. Dat is denk ik ook wel de rode draad in alles wat ik daarna heb gedaan. Op het snijvlak van publiek en privaat dingen samen oppakken.” Bij Rabobank ontstond ook haar liefde voor de tuinbouw. “Ik deed aanvankelijk private banking en had veel met boeren en telers te maken. Een van mijn eerste klanten was een boerenbedrijf dat voor miljoenen was uitgekocht vanwege woningbouw. Die man ging handelen in aandelen en opties, maar ik zag hem met de dag ongelukkiger worden. Hij wilde maar één ding: zijn koeien melken. Dát was zijn passie. Uiteindelijk heeft hij zijn koffers gepakt en is hij in Nieuw-Zeeland opnieuw begonnen met boeren. Hoe mooi is dat? Datzelfde zie je ook terug bij telers: ze staan voor wat ze doen en houden echt van waar zij mee bezig zijn. Dat raakt mij enorm in de tuinbouw. Ik ken geen andere ondernemersgroep die bereid is om zo hard te werken en zoveel risico’s te nemen zonder garantie op een goed rendement. Die passie, maar ook het innovatieve vermogen en de veerkrachtigheid in de sector vind ik prachtig.” Waarbij Angelique direct aantekent dat de tuinbouw niet alleen uit telers bestaat. “Het gaat om het hele cluster en alle partijen die daarin betrokken zijn. Juist in het versterken van elkaar zit de grote kracht van deze sector.”
Sindsdien speelt de tuinbouw een belangrijke rol in haar leven. Na Rabobank volgden verschillende functies bij Gemeente Westland, Holland Horti International, Stichting Westland Marketing, VNO-NCW West, World Horti Center, Dutch Greenhouse Delta en Hagelunie. Rond 2000 ging Angelique ook in Westland wonen. “Ik had al een vrij groot netwerk in de regio door mijn werk, maar ik vond het toen ook belangrijk om persoonlijk lokale aansluiting te vinden. Ik ging daarom in de ouderraad op school, werd lid van een politieke partij, ging vrijwilligerswerk doen, ben mede-organisator van de Ride for the Roses geweest en toen kwam op een gegeven moment steeds vaker de vraag: ‘van wie ben jij er één?’. Ik zei dan altijd: ‘ik ben van mijzelf’. En ik merkte dat als je maar je schouders eronder zette en meedeed met alles, je vanzelf wordt geaccepteerd.”
Westlander of
Zuid-Hollander?
Toch voelt Angelique zich geen Westlander. “Ik voel mij wel verweven met Westland. Ik woon hier vooral omdat de mensen die mij het meest dierbaar zijn hier ook wonen. Verder geloof ik ontzettend in de economische kracht van Westland, maar tegelijkertijd sta ik nu ook voor een organisatie die veel breder is dan Westland alleen. Misschien ben ik wel vooral een Zuid-Hollander. We wonen en werken in zo’n geweldige provincie, daar mogen we ook heel trots op zijn.” Sowieso moet er volgens Angelique niet alleen worden gekeken naar de tuinbouwregio’s zelf, maar moet ook de verbinding worden gezocht met de steden. “Voor die steden maken we het voedsel, maar we hebben ook weer de knappe koppen uit die steden nodig om ons van talent te voorzien. We kunnen niet zonder elkaar. Dat is misschien wel mijn kritiekpuntje richting Westland: er wordt vaak zo vierkant gedacht, terwijl de wereld veel ronder is dan dat. Kijk om je heen, zoek dat contact op en verbreed je horizon. En vertel iedereen wat je als sector doet en bijdraagt aan de maatschappij, dan zal dat ook weer tot nieuwe samenwerkingen leiden.”
Geen boegbeeld
Daarbij steekt Angelique ook de hand in eigen boezem, want ook de vele organisaties binnen de tuinbouw moeten de samenwerking veel meer opzoeken, meent zij. “We fragmenteren onszelf af en toe ook wel een beetje kapot. Er zijn zoveel clubjes en lagen. Maar wie is nu echt het boegbeeld van de tuinbouw? Vanuit alle organisaties is er wel iemand die naar buiten toe de stem of het gezicht is en iedereen heeft zeker ook wel zijn functie daarin. Maar het geeft ook aan hoe complex de tuinbouw georganiseerd is. Dat helpt ons niet om dat ene verhaal van de sector naar buiten te brengen. Er worden links en rechts allerlei campagnes ontwikkeld en allemaal vanuit goede intenties, maar laten we meer massa maken door allemaal aan te haken bij hetzélfde verhaal. We struikelen soms nog te veel over ego’s, waardoor projecten mislukken en de volgende stap niet kan worden gezet. Het wordt daarom tijd dat we minder óver elkaar en meer mét elkaar gaan praten. Vraag jezelf continu af: ben ik hier van of zit ik op de stoel van een ander? Organisaties zitten soms onnodig in elkaars vaarwater, dus durf soms ook een stapje achteruit te doen en heb vertrouwen in de partijen die het wel gaan doen. Want het kan een remmende werking hebben als te veel mensen hun plasje ergens over willen doen.” Volgens Angelique is het belangrijk om voortdurend kritisch naar jezelf te blijven kijken. Dat geldt ook voor Greenport West-Holland. “Persoonlijke zelfreflectie is belangrijk door je af te vragen of je het goed hebt gedaan, iets hebt toegevoegd of wellicht dingen anders had kunnen doen. Maar dat geldt ook voor Greenport West-Holland als organisatie. We doen veel, maar bekijken we ook voldoende of we de juiste dingen doen voordat we verder gaan? Ga soms even terug naar binnen en vraag ook feedback aan anderen. Dat doe ik nu ook in heel veel kennismakingsgesprekken. Ik wil dat mensen alles eerlijk tegen mij zeggen, want vanuit die feedback kunnen we verder bouwen en de volgende stap zetten in de ontwikkeling van Greenport West-Holland.” Dat betekent volgens Angelique ook dat je op een gegeven moment afscheid moet nemen van thema’s. “Je moet ook ergens een punt achter kunnen zetten. Een project heeft een kop en een staart. Wat is je exit strategie? Elk project stopt een keer. Als een thema volwassen genoeg is, kan het ook door ondernemers zelf worden gedragen. En als de doelstelling is bereikt, wordt het misschien tijd om een ander thema op te pakken. Het is goed om daar met elkaar scherp op te zijn en op tijd knopen door te hakken.”
Partijen bij elkaar brengen
In haar eigen rol binnen Greenport West-Holland wil Angelique vooral partijen bij elkaar brengen en het belang van alle partners wegen. “Daar hoort ook het koppelen van verschillende projecten bij. Denk bijvoorbeeld aan het maken van een verbinding tussen het EnergieAkkoord en het Human Capital Agenda. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat die projecten elkaar ook weer versterken? Ik geloof daarnaast heel erg in een cross-over tussen de gezondheidzorg en de tuinbouw. Daar liggen heel veel kansen. Ik wil helpen om die verschillende partijen bij elkaar te brengen.” Daarbij wil Angelique vooral ook de programmamanagers ‘in de etalage zetten’, geeft ze aan. “Op mijn visitekaartje staat dan wel directeur, maar daar hecht ik geen waarde aan. We hebben zoveel mensen met vakkennis die echt staan voor hun onderwerp en daar vol voor gaan. Daar heb ik ontzettend veel bewondering voor, dus mogen zij veel meer op de voorgrond. Het is vervolgens aan mij om aan de buitenwacht uit te leggen wat we doen en voor wie we het doen.”