Werken&Leren

Aan de slag met bijdrage Katapult!

Om de samenwerking tussen bedrijfsleven en het beroepsonderwijs in de glastuinbouw te versterken, heeft een consortium van Hogeschool Inholland, Lentiz (MBO Westland, MBO Oostland en MBO Barendrecht) en de stichting Greenport Horti Campus (GHC) een financiële bijdrage gekregen vanuit het Nationaal Groeifonds voor het GHC-Katapultprogramma. Inmiddels zijn er met de bijdrage diverse praktijkprojecten van de grond gekomen, waarin mbo- en hbo-studenten samenwerken met partners uit het werkveld.

We spreken Frank van der Helm, Jeroen Sanders (beiden Inholland) en Sjoerd Nieboer (Lentiz) over de samenwerking tussen hbo en mbo. Daarnaast praten we met Bart van der Valk van paprikakwekerij Zwingrow, waar studenten onderzoek doen naar opbrengst- en kwaliteitsverlies.

Aansluiting mbo en hbo verbeteren

“Een van de doelen binnen het GHC-Katapultprogramma is de aansluiting tussen mbo en hbo te verbeteren”, begint Frank van der Helm, associate lector en docent bij de opleiding Tuinbouw & Agribusiness van Hogeschool Inholland. “Dat is niet eenvoudig, omdat je te maken hebt met een andere onderwijsstructuur, leerdoelen, vakken en roosters. Die aansluiting vinden is een geleidelijk leerproces, waar we al jaren in zitten met MBO Westland en binnenkort ook met MBO Oostland. Wat betreft praktijkprojecten moet je samen goede afspraken maken over wie wat gaat doen binnen een project, aansluitend bij de leerdoelen van hbo- respectievelijk mbo-studenten. Daarnaast is het roostertechnisch een uitdaging om studenten van verschillende opleidingen op hetzelfde moment op dezelfde plek te laten zijn. Door de bijdrage van het Nationaal Groeifonds aan het GHC-Katapultprogramma kunnen we nu al in het voorstadium samen gaan zitten en kijken hoe we een bepaalde opdracht gezamenlijk kunnen aanpakken, terwijl we dat eerder pas deden als we al in grote lijnen ons eigen plan hadden getrokken”, legt Van der Helm uit. “Ook gaan we met de bijdrage van het Nationaal Groeifonds in 2025 ons onderwijscurriculum updaten, waarin veel meer ruimte voor praktijkleren komt.”

'DE HUIDIGE INSTROOM VOLDOET BIJ LANGE NA NIET AAN DE BEHOEFTE IN HET WERKVELD'

Zwingrow en Van der Knaap

Een van de projecten die door de bijdrage van de grond is gekomen, vindt bij paprikateler Zwingrow plaats. Docent Jeroen Sanders begeleidt hier tweedejaars studenten Tuinbouw van Inholland. “Onze studenten voeren in groepjes praktijkopdrachten uit bij diverse bedrijven. Bij Zwingrow doet een groep onderzoek naar opbrengst- en kwaliteitsverlies door spontane uitval. Studenten leren in dit project onder andere te werken met biosensoren en optische sensoren voor het monitoren van interne stress en omgevingsfactoren”, licht Sanders toe.

Bart van der Valk, directielid van Zwingrow: “Paprikatelers kregen in 2022 en 2023 te maken met een hoge uitval door verwelking. De verwelkte planten hadden allemaal aangetaste wortels en vaatbundels. Waarschijnlijk is er een verband met de bodemschimmel Fusarium oxysporum. Mogelijk spelen ook andere factoren een rol, zoals andere wortelziekten en stress door plotselinge kou en een hoge vochtigheid in steenwolmatten. We doen onderzoek naar de precieze oorzaak, die nog onbekend is. We hebben een proefopstelling met twee substraten: traditioneel steenwol en kokos, als referentie. Studenten komen elke dinsdag langs om de sensoren af te stellen, metingen te doen en data te verzamelen, combineren en interpreteren. Zo hopen we de oorzaak al in een vroeg stadium op te sporen.”

Samenwerking
MBO Westland

Het kokossubstraat waar Van der Valk het over heeft, wordt geproduceerd door Van der Knaap, ontwikkelaar van onder meer organische substraten en partner van World Horti Center. “Bij Van der Knaap loopt een ander onderzoeksproject. Hier worden de effecten van de temperatuur en het vochtgehalte op de mineralisatie van organische meststoffen onderzocht. Zo krijgen we een beter beeld van wat zich in de bodem afspeelt”, aldus Sanders. In een gecontroleerde indoorfaciliteit van Vertify in World Horti Center, een van de drie fysieke locaties binnen de Greenport Horti Campus, wordt een onderzoeksproject uitgevoerd binnen het project Fieldlab Vertical Farming 2.0. “Hier wordt geëxperimenteerd met de verticale kweek van tomaten, in een gesloten, volledig geconditioneerde omgeving. Studenten doen samen met Vertify praktijkgericht onderzoek naar de invloed van onder meer licht, voeding en substraten op de tomatenteelt. Op een andere locatie van Vertify wordt voor het project CropXR gewerkt aan een Rhizotron, waarin de wortels van slarassen kunnen worden bekeken, voor de veredeling van sterke rassen tegen interne rand”, verwijst Jeroen Sanders naar twee andere innovatieprojecten.

Sjoerd Nieboer is als praktijkdocent betrokken bij de fonkelnieuwe opleiding Horti Technics & Management

van MBO Westland, een krachtenbundeling van Lentiz onderwijsgroep, ROC Albeda en ROC Mondriaan, gevestigd in World Horti Center. “We werken al een aantal jaar samen met Inholland op het gebied van praktijkleren en onderzoekend leren. Bij Vertify werken onze studenten samen met hbo-studenten van de opleiding Tuinbouw & Agribusiness in leuke praktijkprojecten, die binnen het GHC-Katapult-programma een flinke impuls hebben gekregen. Een mooi voorbeeld hiervan is een klimaatkas voor circulaire tomatenteelt. Hier gebruiken we kokosmatten als substraat in plaats van steenwol, organische meststoffen en biologische gewasbescherming. De kokosmatten zijn geleverd door Van der Knaap. Van der Knaap is erg betrokken bij het onderwijs en komt ook wekelijks een kijkje nemen in de kassen. Deze kas is een mooi voorbeeld van een project waarin mbo en hbo samen optrekken en onderwijs en ondernemers samenkomen”, aldus Nieboer. “Binnen het GHC-Katapultprogram- ma vernieuwen we ook ons onderwijscurriculum. Vanaf volgend jaar zijn onze studenten een dag per week in de kas te vinden. Dat breiden we stapsgewijs uit naar drie praktijkdagen, waarin klassikaal onderwijs ondersteunend is. Zo maken we het onderwijs ook aantrekkelijker voor onze doelgroep, wat op termijn moet zorgen voor meer instroom.”

Leven Lang Ontwikkelen

Om te zorgen voor voldoende goed geschoolde medewerkers in de glastuinbouwsector, moeten ook de talenten van huidige medewerkers worden benut en ontwikkeld. “De huidige instroom voldoet bij lange na niet aan de behoefte in het werkveld”, zegt Frank van der Helm. “Bovendien wordt de beroepspraktijk door ontwikkelingen als robotisering, digitalisering en veranderende teelttechnieken steeds complexer. Dat vraagt het nodige van bedrijven en hun medewerkers. In het kader van een Leven Lang Ontwikkelen (LLO) heeft een aantal partners in de sector de Horti Academy opgericht, waaronder Inholland en Lentiz. Binnen deze academie gaan we intensiever samenwerken, ons cursusaanbod vergroten en beter afstemmen op waar in de praktijk behoefte aan is.”

Deel dit artikel
Terug naar artikelen