Gezondheid

Alles op alles voor de lelie!

Dirk Bakker van Van Iperen houdt niet van om de hete brij heen draaien. “Er staat in Nederland geen teelt zó onder druk vanwege het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen als die van lelies. Met het gebruik van chemie zijn we echter in een doodlopend steegje beland, maar we kunnen dit nu nog niet ongestraft minimaliseren. Kortom, willen we de lelieteelt in ons land behouden, dan staan we voor een enorme uitdaging.”

En die uitdaging gaan ze bij Van Iperen graag aan. Dirk Bakker is er strategisch adviseur, en samen met zijn collega Ruben Bloem (technisch specialist gewasbescherming) is hij graag bereid om de huidige stand van zaken toe te lichten. Dat gebeurt bij Novastar Lilies in ’s Gravenzande, het bedrijf dat vorig jaar samenging met Passion for Lilies van Paul Sonneveld. Mede-eigenaar Marc Noordam schuift aan bij het gesprek, maar gebruikt het fotomoment voorafgaand aan het interview gauw nog even om samen met Bloem wat planten in de kas te scouten.

ICM

In de kassen – zo’n 10 hectare verdeeld over een viertal locaties – zijn ze sinds vorig jaar overgeschakeld op biologische bestrijders door het verblazen van roofmijten, aangevuld met bespuiting met een groen middel. Deze vorm van geïntegreerd gewasbeheer (Integrated Crop Management, ICM) bevalt Marc inmiddels uitstekend. Na een moeizame start, waarbij het een en ander misging, wisten ze na enkele weken aan de juiste knoppen te draaien om de boel op de rit te krijgen. Met als resultaat een win-winsituatie; minder gebruik van chemie en een beter resultaat. “Het gaat om maatwerk, en in een kas kun je dat wat makkelijker leveren omdat je daar het klimaat kunt sturen, goed kunt monitoren, monsters kunt nemen en kunt bijsturen”, legt Bloem uit. De stadia die daaraan voorafgaan, zoals de bollenteelt in de volle grond en de opslag, zijn lastiger te beheersen.

Dirk Bakker: “Maar daar hebben we nu ook flinke stappen gezet, omdat we van mening zijn dat je de lelieteelt enkel kunt behouden door van voor tot achter in de keten de juiste dingen te doen.” Jarenlang was het zogenaamde ‘kalenderspuiten’ een vast gegeven onder bollentelers. “Elke week, boém, met die spuit eroverheen. Maar dat kan zo niet meer. Wij denken dat het kweken van een weerbaar gewas een veel gerichtere aanpak vereist. Zo hebben we een proef gedaan met fertigatie, waarbij we via slangen in het veld het voedingsaanbod en de bemesting beter kunnen sturen. Met als resultaat een plant die minder vatbaar is. Je hoeft zo ook aanmerkelijk minder te beregenen. De beschikbaarheid van goed water in ons land is immers ook een probleem aan het worden. Zeker op de zandgronden waar de meeste bollen worden geteeld.”

‘HET LICHT AAN HET EINDE VAN DE TUNNEL GAAT STEEDS FELLER BRANDEN’

Creatiever worden

Stappen zijn er ook gezet bij een andere belangrijke schakel in de keten, de opslag van bollen. Om rot en schimmel buiten de deur te houden werd ook daar de nodige chemie ingezet. Bloem: ”Vorig jaar zijn we een proef begonnen met de inzet van groene middelen. Met een dusdanig positief resultaat dat we dit jaar bollen die zo behandeld zijn bij meer bedrijven uitzetten.” Dirk Bakker kwam in 1985 bij Van Iperen in dienst, in een tijd dat er bij wijze van spreken voor elk probleem in de agrarische sector een nieuw chemisch middel op de markt kwam. “Er kwamen jaarlijks tussen de vijf en tien nieuwe middelen bij. Nu is dat hooguit één echt nieuw middel per vijf jaar. En er vallen middelen af. Dat dwingt ons creatiever te worden en andere oplossingen te zoeken. Fundamenteel onderzoek van onder andere Wageningen University helpt ons daarbij. Zo ontdekten we bijvoorbeeld dat het succesvol bestrijden van een schimmel de weg uiteindelijk vrij kan maken voor plantparasitaire aaltjes die nog veel schadelijker zijn.”

Onmogelijke eisen

Novastar teelt enkel Oriëntals en 95 procent van de productie gaat de Noordzee over en wordt via grote supermarktketens in Engeland en Ierland aan de man gebracht. Retailers en consument bevinden zich helemaal aan het eind van de keten, maar ook daar gaat Van Iperen zich verder in verdiepen. Hun opvatting is dat ze pas echt iets kunnen betekenen als ze bij elke schakel zien wat er gebeurt, wat er eventueel misgaat en wat beter kan. Want alleen met die data kunnen ze ingrijpen en telers oplossingen aanreiken. Makkelijk is dat zeker niet, zo maakt Marc Noordam duidelijk. Supermarkten stellen hoge eisen aan zijn lelies, soms zelfs onmogelijke eisen. Noordam: ”Biologisch bestrijden betekent ook dat een beestje een blad kan aanprikken. Daar krijg je dan klachten over. Maar ja, denk ik dan, wat heb je liever: een natuurlijk product dat soms een tikkie beschadigd is of een product dat bespoten is?” Dirk knikt instemmend bij die woorden: ”Dat is best wel lastig. Inkopers kijken daar heel anders naar dan de marketingafdeling die hun supermarkt als heel groen aan de man wil brengen. Maar we moeten die gesprekken wel aangaan.”

Over één ding zijn de drie mannen aan tafel het roerend eens. De Nederlandse lelieteelt heeft internationaal een ijzersterk imago waar het gaat om het leveren van een kwaliteitsproduct. Bakker: ”De kennis van onze telers, akkerbouwers, adviseurs en andere specialisten is ongekend. Er worden in ons land ook bollen uit onder andere Frankrijk en van het zuidelijk halfrond aangeboden, maar die halen het niet bij het Nederlandse product. We zullen dus alles op alles moeten zetten om de lelieteelt voorNederland te behouden.” Van Iperen voelt zich daarbij gesterkt door het feit dat ze al veel kennis in huis hebben. Wat ze weten over het telen van uien en aardappelen vertalen ze waar dat mogelijk is naar het telen van leliebollen. En uiteraard nemen ze informatie over gewasbescherming op andere sierteeltproducten uit de kas mee naar hun leliemasterplan. “We gaan niet opnieuw het wiel uitvinden.”

Ja, de lelieteelt heeft het momenteel zwaar om zich zowel in het veld als in de kas te ontworstelen aan het overvloedig gebruik van chemische middelen. Maar Ruben Bloem heeft er alle vertrouwen dat het goed gaat komen. “Ik zie dat het licht aan het einde van tunnel steeds feller gaat branden met alle goede acties en stappen die telers nu zetten.”

Deel dit artikel
Terug naar artikelen