Verduurzamen

T-SHIRT OF LINGERIE VAN TOMATENSTENGELS?

Vóóruitdenken. Dat is de belangrijkste taak voor een teler die actief aan de slag gaat met biobased tuinbouw (en dat zijn er gelukkig steeds meer!). Dus ja, uiteraard alle aandacht voor je hoofdproduct – tomaten, komkommers – maar tegelijk ook het vizier scherpstellen op alle bijproducten zoals bladeren, stengels, schillen en noem maar op. Want dat is geen compost, maar kostbaar – en dus waardevol - materiaal voor bijvoorbeeld de papierindustrie. Zorgvuldig omgaan met reststromen betaalt zich meermaals uit. Het biedt economische voordelen en is beter voor de mens, het milieu en het klimaat.

Willem Kemmers (Project Manager Biobased Circular bij Greenpost West-Holland) houdt zich al 10 jaar bezig met biobased tuinbouw. De laatste jaren bemerkt hij onder telers een wisselende, maar toch ook toenemende belangstelling voor het thema. “Economisch gezien zijn reststromen voor een teler veelal kosten – voor afvoer en verwerking - die slechts enkele procenten van zijn totale begroting vormen. Logisch dus dat ze ‘verwaarding’ van reststromen soms even parkeren, en zich op grotere vraagstukken zoals energie richten. Maar we zien steeds meer circulaire verdienmodellen ontstaan.” 

'Dit biedt ook commerciële kansen, het kan een aanvullend verdienmodel zijn voor telers'

‘Wat willen we?’

BlueCity in Rotterdam is een fraai voorbeeld van hoe en hoe snel de circulaire economie zich ontwikkelt. In een voormalig zwembad (Tropicana) startte het bedrijf in 2015 een broedplaats voor circulaire ondernemers. Het zijn er inmiddels ruim vijftig en het bruist er van de activiteiten. ‘Rotterzwam’ bedacht hier de kweek van oesterzwammen op koffiedik. Een andere ondernemer pioniert met een proces om van schimmels verf te maken, en weer een ander weet plantaardig materiaal om te zetten in printerinkt. BlueCity directeur Sabine Biesheuvel voorziet dat we met hoogwaardige scheiding van reststromen nog maar aan het begin staan van allerlei nieuwe ontwikkelingen. “Wat willen én kunnen we van al die reststromen maken? We kunnen er de nutriënten uithalen, te beginnen met bepaalde stoffen terugbrengen in de voedselketen. Ook kun je aan sommige gewassen medicinale ingrediënten onttrekken. En daarna is er allerhande gebruik mogelijk voor toepassingen in de bouw, in textiel etc. Het is erg belangrijk dat we vóór vergisting of compostering deze toepassingsmogelijkheden verkennen en actief gaan ontwikkelen. Dit biedt ook commerciële kansen, want het kan een aanvullend verdienmodel betekenen voor telers.”

Zuiver

Kansen genoeg dus voor de reststromen. Maar die moeten dan wel aan strikte voorwaarden voldoen. Zo moeten ze zo zuiver mogelijk zijn. Aan een bonte mix van allerlei biomaterialen heeft niemand iets. Om nog maar te zwijgen van chemische resten in de biomassa. Van tomatenstengels kun je de vezels gebruiken om er textiel of papier van te maken of zelfs plantaardig leer. Maar dan heb je wel 100% zuivere stengels nodig. Zitten er restjes plastic tussen – bijvoorbeeld van de polypropyleen opbindtouwtjes – dan heb je meteen een serieus probleem want die smelten vast aan de droogtrommel in de papierfabriek.

Groeiende belangstelling

Wie het heeft over biobased tuinbouw kan niet om SIGN heen. De afkorting staat voor Stichting Innovatie Glastuinbouw Nederland en is een initiatief van Glastuinbouw Nederland. SIGN werkt voor de uitvoering van haar innovatie- programma samen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Programmamanager Dewi Hartkamp heeft de belangstelling voor het thema ‘verwaarding van reststromen’ in de loop der jaren zien oplopen. Toen ze in 2018 de belangstelling voor een pilot polste onder de circa 1.500 glastuinbouwleden kreeg ze welgeteld vijf reacties. Vandaag de dag is de belangstelling beduidend groter. “Bedrijven kijken steeds meer naar duurzaamheid. Mede door een crisis in de afvalverwerking in 2019. De kosten voor afvoer stegen toen in korte tijd van € 35,- naar

€ 100,- per ton. Toen gingen telers zich serieus op het hoofd krabben en kijken wat ze nog meer met hun reststromen konden doen. Een ‘boost’ voor de bewustwording.” Belangrijk onderdeel van de dienst die Blue Radix aanbiedt, is ook de persoonlijke ondersteuning. “Wij begeleiden gebruikers van Crop Controller en adviseren hen waar nodig. Want de een pakt het makkelijker op dan de ander. Elke klant krijgt een eigen Autonomous Greenhouse Manager, die de teler op weg helpt met autonoom telen, monitort continu de situatie in de kas en is er om proactief resultaten, ideeën en verbeteringen te bespreken. We helpen gebruikers weliswaar op afstand, maar dat werkt in de praktijk prima. Juist met die ondersteuning kunnen wij een belangrijke meerwaarde zijn.”

‘Out of the kas’

Succesvolle projecten hebben de interesse in hergebruik alleen maar verder vergroot. Zoals Theelers, dat onlangs de Themaprijs ‘Nieuwe Teelt, Nieuwe Toepassingen’ van de Tuinbouw Ondernemersprijs won. Theelers is een samenwerking van vier glastelers die van restmaterialen en bijproducten een nieuw product voor de consumentenmarkt ontwikkelden: kruidenthee melanges. ‘Noem het maar out of the kas denken’, is wat ze zelf zeggen over hun verrassende concept. T-shirts of zelfs lingerie-setjes gemaakt van de vezels van tomatenstengels, of een huisje gemaakt van plaatmateriaal waarin paprika-granulaat is verwerkt, zijn andere opvallende blikvangers. “Het is goed dat deze inspirerende projecten aandacht krijgen om de sector in beweging te brengen, zonder dat ze meteen voor afzetvolume zorgen”, zegt Kemmers. ”Ik verwacht niet dat in de toekomst alle T-shirts van tomaten gemaakt gaan worden. De werkelijke waarde van reststromen zit in andere aspecten. Tuinbouwafval bestaat voor 80 tot 85% uit vocht. Daar zit veel water in, maar ook nutriënten - zoals eiwitten en mineralen. Systemen ontwikkelen om die stoffen terug te winnen is een investeringsproces van jaren, maar het is wel de weg die we moeten gaan. En nu de kosten voor afvoer toenemen, wordt verwaarden steeds interessanter. Zo zijn er komkommertelers die uit perssap van restbiomassa meststoffen maken voor teelt van o.a. aardappelen en uien.”

Gamechanger

De vooruitzichten voor biobased tuinbouw zijn veelbelovend. Deels gedwongen door de omstandigheden. Zoals het gegeven dat composteerders hun prijzen én hun eisen alsmaar opschroeven. Maar ook de oorlog in Ukraine is een ‘gamechanger’. Daardoor zijn bijvoorbeeld de prijzen voor kalimest vorig jaar verdrievoudigd. In tuinbouw reststromen zit nog veel kalium, dus wordt het interessant om te kijken hoe je die terug kunt winnen. Dewi tot slot: ”Energie is nu hét thema in de tuinbouw. Hoogwaardig verwaarden van reststromen komt niet op het eerste plan. Maar ik denk dat binnen vijf jaar iedereen wel iets doet met reststromen. Het is een ontwikkelproces. Telers zien de betekenis en de waarde van hun reststroom langzaam opschuiven. Van kostenpost naar een reststof die, weliswaar met de nodige investeringen, waarde heeft. Ook hun intrinsieke motivatie voor verantwoorde bedrijfsvoering en de marktvraag draagt bij aan verhoogde interesse. En telers zijn van nature innovatief; gaan die echt wel iets verzinnen.”

Bij die uitspraak kan Willem Kemmers zich volledig aansluiten. “Je merkt dat men steeds bewuster met het thema omgaat. Sterker nog; circulaire tuinbouw wordt een keiharde voorwaarde; het begrip afval gaat op termijn volledig verdwijnen.”

Deel dit artikel
Terug naar artikelen